-
1 herankommen
herankommen♦voorbeelden:an die siebzig herankommen • tegen de zeventig lopenan jemanden ist nicht heranzukommen • (a) iemand is ontoegankelijk, moeilijk te benaderen; (b) iemand is niet te bereiken -
2 Nähe
Nähe〈v.; Nähe〉♦voorbeelden:aus nächster, unmittelbarer Nähe • van zeer nabijaus der Nähe • van dichtbijin die Nähe kommen • naderbij, dichterbij komen -
3 davonbleiben
davonbleiben
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский